Amsterdam was vanaf 1585 de belangrijkste producent van sierdiamanten in de wereld. Met de opkomst van de industrialisatie werd de industrie geconcentreerd in fabrieken, eerst aangedreven op paardenkracht, later op stoom en vervolgens op elektriciteit. Al deze ontwikkelingen zijn terug te vinden aan Nieuwe Achtergracht. Hier bevond zich het hart van de diamantnijverheid. Er werd geslepen, gezaagd, gehandeld en gestreden voor de rechten van arbeiders. Langs de gracht staan nog altijd talrijke gebouwen die daaraan herinneren.
In het boek ‘Diamantgracht’ brengt DaniĆ«l Metz de industrie tot leven binnen de overwegend joodse sociaal-maatschappelijke context. De eerste moderne vakbond van Nederland is voortgekomen uit de diamantindustrie. Ook op het gebied van welzijn, onderwijs, cultuur en internationale betrekkingen hebben de diamantbewerkers en -handelaren veel voor Amsterdam en Nederland betekend. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft de industrie met haar overwegend joodse beoefenaars zwaar te leiden gehad. Enkele ondernemers hebben de draad weer opgepakt, waaronder Samuel Gassan, die een slijperij begon aan de Nieuwe Achtergracht.
Diamantgracht. Het joodse hart van een typisch Amsterdamse industrie, is uitgegeven door Walburg Pers (2022)
ISBN 978 94 6249 549 4